Unternehmung Höhensturm

3 Hoofding5 G Rz F boven
Detail uit de regimentsgeschiedenis van het 5. Garde-Regiment zu Fuß, dat op 4 oktober 1917 in Zonnebeke zware verliezen lijdt.

Met Unternehmung Höhenstrum wil de Duitse legerleiding een buffer creëren tegen een nieuwe Britse aanval. De frontlinie wordt sterker bezet, met gevechtseenheden en machinegeweren. Dat staat haaks op het tot dan toe gehanteerde verdedigingsprincipe in de diepte.

Toevallig valt deze Duitse actie nagenoeg exact samen met de geallieerde aanval van 4 oktober 1917. Dat zorgt voor zeer hoge Duitse verliezen in Zonnebeke.

Garde-Infanterie-Division 4 naar Zonnebeke

Eind september 1917 wordt de Duitse 4. Garde-Infanterie-Division (GID4) naar Vlaanderen gebracht, nadat ze in Frankrijk zware gevechten heeft meegemaakt. Wanneer de eerste troepen op 24 september in Torhout arriveren, wordt hen een lange rustpauze verzekerd.

Maar dan escaleren de gevechten in Vlaanderen. De divisie wordt naar Ieper verschoven, richting de plek waar men het meest vreest voor een geallieerde doorbraak: Zonnebeke.

Op 28 september nemen twee regimenten van GID4 het front over tussen Zonnebeke en Molenaarelsthoek: het Garde-Grenadier-Regiment 5 (GGR5) in het noorden en het Garde-Regiment zu Fuß 5 (GRzF5) in het zuiden.

15 Embleem5 G Rz F
Pruisisch embleem van het 5. Garde-Regiment zu Fuß.
"In de kraterstelling liggen tussen het puin van de huizen talloze lijken en allerlei materiaal. Boomstronken geven aan dat hier ook ooit kleine bosjes stonden. Zonnebeke is nu enkel nog een grote hoop steenpuin."
Het GRzF5 over de overname van het front bij Zonnebeke, 28 september 1917

Stilte voor de storm

Aanvankelijk wordt de datum voor Höhensturm vastgesteld op 3 oktober, maar uiteindelijk kiest men voor de ochtend van 4 oktober. De twee garde-regimenten in Zonnebeke krijgen de steun van het zwaar uitgedunde Reserve-Infanterie-Regiment 212 (RIR212).

Dag en nacht zijn medische, bevoorradings- en munitie-eenheden achter het front bezig om de slag voor te bereiden. Er worden massaal golfplaten, Spaanse ruiters en munitie naar voren gebracht. Met vliegtuigen en grondobservatie probeert men een beeld te krijgen van de tegenstander. Intussen vinden ver achter het front speciale oefeningen plaats.

Na het voorbereidende kanonvuur moet RIR212 vanuit het niemandsland oprukken. Verwacht wordt dat de kasteelvijver moeilijkheden zal geven omdat de aanvallers er omheen moeten trekken. Een ander heikel punt vormt de Britse verdediging in de dorpsruïnes. Hier wil men vlammenwerpers inzetten.

Zonnebeke, 2 oktober 1917.© MMP1917, MZ 07212
Zonnebeke, 2 oktober 1917.
DIG MZ 03379 002© MMP1917, MZ 03379
Australische insignes gevonden in het kasteeldomein van Zonnebeke.

Dageraad van een zwarte dag

De mannen aan het front in Zonnebeke kennen al dagenlang geen rust. Ze worden constant bestookt met gas en explosieven en vragen om aflossing, maar met Unternehmung Höhensturm in het verschiet wordt dit geweigerd.

De omstandigheden worden er niet beter op. In de avond van 3 oktober komt er een einde aan een lange periode van mooi, droog weer wanneer er zwaar stormweer losbarst, gepaard met motregen en enkele kille buien. Hoewel dit geen modderzee veroorzaakt, wordt het terrein glibberig en kleverig, wat meteen een impact heeft op wegen naar voren.

Intussen krijgt de Duitse legerleiding aanwijzingen dat de geallieerden hun offensief op 2 oktober zullen hervatten. Hoewel de aanval uitblijft, doet toenemend kanonvuur op 3 oktober vermoeden dat er iets op til is. Toch zet de Duitse legerleiding door. In volle duisternis en beschermd door dichte nevel en mist kruipen de aanvalstroepen voorwaarts naar hun vertrekposities.

17 E00914© Australian War Memorial, E00914
Australiërs rusten uit bij de steenbakkerij. In de achtergrond liggen de ruïnes van het dorp, de kerk en het kasteel.
"Walm, rook, bliksem en fonteinen van modder aanschouwden de ogen. Gekletter, gebulder, onophoudelijk geraas werd de oren ingehamerd. De verzengende gloed van de uiteenspattende projectielen was voelbaar. Dat hier toch nog menselijk leven was, blijft een eeuwig mysterie."
Het Feld-Artillerie-Regiment 46 over Höhensturm, gezien vanaf hun observatiepunten op de hoogtes voor Passendale.

De hel barst los

Aan de andere zijde van het front hebben Australische gevechtsroepen posities ingenomen. Hun doelen zijn duidelijk: de hoogte ten oosten van Zonnebeke innemen. De timing van deze Slag bij Broodseinde loopt nagenoeg gelijk met de Duitse tegenaanval.

Op 4 oktober begint omstreeks half zes een Duitse voorbereidende beschieting. Dat leidt tot veel slachtoffers onder de wachtende Australiërs. Ze houden stand, maar velen denken dat hun aanval ontdekt is.

Dan, kort voor de Duitse aanval barst het geallieerd kanonvuur los. De beschietingen zijn zo hevig dat zelfs ervaren Duitse soldaten achteraf verklaren dat ze zoiets nog nooit hadden meegemaakt. Ondanks deze onmenselijke omstandigheden trekt RIR212 zoals bevolen stipt om 6u het niemandsland in, klaar om aan te vallen. Maar dan, slechts enkele minuten voor Höhensturm, stormen de Australiërs vooruit.

Jas Rothenburg© MMP1917
Uniformjas van Karl Rothenburg die het inferno doorstaat in het uiterste zuidoosten van het kasteeldomein.
Karl Rothenburg
Karl Rothenburg1
Karl Rothenburg1

Karl Rothenburg

Karl Rothenburg

Karl Rothenburg werd geboren op 8 juni 1894 in Fürstenwalde als zoon van de middelbare schoolleraar Georg Rothenburg en Alwina Sittmann. Na zijn Abitur werd Karl leraar. Hij kwam op 1 april 1914 bij de 3e compagnie van het 5. Garde-Regiment zu Fuß (GRzF5) als "eenjarige vrijwilliger". Hij volgde de basisopleiding in Spandau nabij Berlijn. Hij vocht voor het eerst mee bij het beleg van Namen. Een slag die aan het begin van de Eerste Wereldoorlog plaatsvond. Nadien werd hij met zijn eenheid naar het oosten gestuurd. Eerst werden ze ingezet bij de Mazurische meren, in het noorden van Polen. Vervolgens trokken ze naar zuid-Polen. Op 21 december 1914 werd hij bevorderd tot Unteroffizier. In de herfst van 1915 keerde GRzF5 terug naar het westen. Intussen werd hij bevorderd tot Offizier Stellvertreter. Op 18 november 1915 promoveerde hij tot tweede luitenant der Reserve. Aan het front in de Westhoek vocht hij in de zomer van 1916 aan de Somme en werd waarnemend commandant van de 2e Compagnie. In het voorjaar van 1917 werd hij vaste commandant van deze compagnie.

Op de vooravond van operatie Unternehmung Höhensturm, die gepland was voor 4 oktober, volgt bij het vallen van de duisternis nogmaals een interne aflossing. Het I./GRzF5 neemt het front over. In Bereitschaft neemt GRzF5 voortaan de 10. en 11. Kompagnie vooraan met daarachter de 12. en 9. Kompagnie posities in. Ondanks de grote verliezen, overleeft Karl de confrontatie.

Toen begin 1935 de Wehrmacht werd opgericht, verzocht Rothenburg om reactivering van de legerdienst. Hij werd majoor bij het Kampfwagen-Regiment 1. Rothenburg werd bevorderd tot Oberstleutnant op 1 april 1938. Een jaar later werd hij commandant van Panzer-Regiment 6. Toen de spanningen op het Europese continent hoog opliepen, werd hij in 1939 bevorderd tot de tijdelijke rang van Oberst (kolonel). Zijn regiment raakte vervolgens betrokken bij de zware gevechten van Minsk op het einde van juni 1941. Karl raakte gewond door een explosie van een brandende pantsertrein. Enkele soldaten boden hem aan zich te laten evacueren maar hij weigerde. Hij wilde zijn uitgedunde regiment niet verder verzwakken en opteerde ervoor om terug te rijden naar de achterhoede. Op zijn weg door het vijandelijk gebied werd hij op 28 juni 1941 gedood. Na zijn dood werd hij gepromoveerd tot generaal-majoor.

Mijn verhaal

Laattijdig inzicht

De bevelhebber van het Duitse aanvalscentrum krijgt op het laatste moment te horen dat er buitengewoon veel beweging is bij de tegenstander. Hij beseft dat het Britse offensief eraan komt. Maar terugtrekken lukt niet meer. Hij kan niet anders dan de aanval uitvoeren, in volle besef van wat er gaat gebeuren.

Tegelijkertijd vindt aan Australische zijde een merkwaardig voorval plaats. Om de verbinding tijdens het oprukken te verzekeren, moeten groepjes van het 22nd en 25th Battalion kort voor de aanval om de kasteelvijver trekken. Ze botsen vrijwel meteen op Duitsers die klaarstaan met hun bajonet op het geweer.

Bij het 25th Battalion raakt Major Page in een netelige situatie verzeild. Hij wordt gevangengenomen ten zuiden van de vijver. Een ontploffende granaat zorgt voor verwarring, waardoor Page zijn revolver kan grijpen en op het nippertje kan ontsnappen. Luitenant John McIntyre die een peloton van het 22nd Battalion met het kompas de weg wijst heeft minder geluk: hij wordt gedood nadat hij meerdere Duitsers heeft neergeschoten. Enkele van zijn kameraden slagen erin om terug te keren naar hun startposities, in shock van wat ze hebben meegemaakt.

  • 18a Tony Crossley Scan009© Collectie Tony Crossley
    Luchtfoto van het kasteeldomein, begin oktober 1917. Detail: troepen ten westen van de kasteelvijver.
  • 18b Tony Crossley Detail© Collectie Tony Crossley
    Detail van luchtfoto van het kasteeldomein, begin oktober 1917. Detail: troepen ten westen van de kasteelvijver.
John McIntyre
Mc Intyre JA
Mc Intyre JA

John McIntyre

John McIntyre

John McIntyre werd geboren in november 1894 te Clementston, Australië als zoon van Archibald Neal en Mary Jane McIntyre. Zijn vader overleed in 1912. John werkte als kruidenier voordat hij zich aanmeldde bij het leger in Wonthaggi, Australië op 6 februari 1915. Nadat hij de medische keuring doorstond werd hij toegewezen aan het 22ste Australische Infanterie Bataljon. In augustus 1915 vertrok John naar het Europese continent. Hij maakte een tussenstop in Gallipoli alvorens in Frankrijk aan te komen.

De dagen in aanloop naar de Höhensturm loste het bataljon het 4de af aan het front te Zonnebeke. De machinegeweren en sluipschutters werden in Molenaarelsthoek, in het zuidoosten van het kasteelpark opgesteld. De weeromstandigheden waren niet te onderschatten. Regenval zorgde ervoor dat de bodem nat en drassig werd. Daarnaast speelde het maanlicht op de nacht van 3 op 4 oktober een rol. Het was een duistere nacht met weinig licht. De aanvalstroepen werden naar voren geschoven, tot voorbij de eerste Jump-Off line.

Vlak voor het moment van de aanval, die voorzien was om 6 uur, is er ontmoeting tussen de Australische en Duitse troepen. Charles Bean schreef de Official History of Australia in the War of 1914 – 1918. Daarin bespreekt hij dit moment uitvoerig. De kasteelvijver vormt voor zowel het Duitse als het Australische leger een hindernis. Om de verbinding tussen oprukkende troepen te verzekeren, moet een peloton van de Australische 22ste Brigade daarom om de zuidoever van de vijver trekken om zo in verbinding te raken met het 25ste bataljon ten noorden ervan. Bean beschrijf in zijn Official History het moment waarop tweede luitenant McIntyre het leven verloor: “[…] die het peloton met een kompas de weg wees, schoot enkele Duitse soldaten neer met zijn revolver voordat hij zelf door het hoofd werd geschoten.” Enkele mannen van het 22ste bataljon keren uiteindelijk terug, in shock van wat ze hadden meegemaakt.

John Albert McIntyre overleed op 4 oktober 1917 in de vroege ochtend. Hij heeft geen gekende begraafplaats, de chaos van de fatale dag was immers groot. Er werd een herinneringskruis opgetrokken op het Aeroplane Military Cemetry te Ieper.

Mijn verhaal

Overrompeling

Bij de Duitsers is er meteen chaos. Sommigen bieden hevig weerwerk, maar de meeste Australische eenheden rukken relatief vlot op. Toch lijden ook zij grote verliezen. Over de heuvelrug, in volle zicht van in de diepte opgestelde Duitse machinegeweren, worden ze zwaar beschoten.

De snelheid waarmee de gebeurtenissen zich ontvouwen, zorgt voor communicatieproblemen en verwarring. Koeriers bereiken niet altijd hun bestemming of worden soms genegeerd. Zelfs het zien van Britse helmen door verrekijkers wordt door de hoofdkwartieren geïnterpreteerd als de nadering van de eerste krijgsgevangenen.

De ernst van de situatie dringt slechts geleidelijk door tot de Duitse legerleiding. Wanneer zij eindelijk de ernst inzien, proberen ze met schaarse reserves te redden wat er nog te redden valt. Men vraagt zich af of de geallieerde opmars in Vlaanderen nog kan worden gestopt.

Vanwege de hevige beschietingen en grote verliezen lukt het de Duitsers niet meer om een solide tegenaanval te lanceren. De nieuwe troepen worden vooral ingezet om gaten in het front te dichten en de verdediging te versterken.

19 BO 1463© NARA, BO-1463
Op 4 oktober krijgsgevangen genomen Duitsers in Sint-Jan bij Ieper.
"Het hele Vlaamse aardrijk schudde en leek in brand te staan. Dit was geen spervuur meer, het was alsof de hel was losgebarsten. Wat waren de verschrikkingen van Verdun en de Somme vergeleken met deze gigantische krachtinspanning!"
De Duitse Garde-Infanterie-Division 4 over het losbarsten van de geallieerde beschietingen op 4 oktober 1917.
Wilhelm Lincke
Forum Axishistory Lincke1917
Forum Axishistory Lincke1917

Wilhelm Lincke

Wilhelm Lincke

Friedrich Wilhelm Albert Lincke, zoon van Friedrich en Constance Lincke, werd op 12 februari 1874 in Hannover geboren. Als commandant van II. Bataillon, Reserve-Infanterie Regiment No. 212, nam hij op 4 oktober 1917 deel aan Operatie Höhensturm. Deze tegenaanval bij Zonnebeke moest de geallieerden uit de ruïnes van het dorp verdrijven en de Flandern I-Stellung op de heuvelrug van Broodseinde ten oosten van Zonnebeke wat ademruimte geven. Op de heuvelrug van Broodseinde, boven Zonnebeke, lag de Flandern I-Stellung in het volle zicht van de geallieerden. Dit maakte de bevoorrading van troepen en materieel uiterst moeilijk. De Duitse legerleiding zag zich gedwongen drastische maatregelen te nemen: een op 4 oktober geplande grote tegenaanval bij Zonnebeke werd Unternehmung Höhensturm ('Höhensturm' betekent 'onweer op grote hoogte') gedoopt.

De geallieerden lanceerden een aanval op hetzelfde moment. Ze waren ervan overtuigd dat de verovering van de heuvelrug bij Broodseinde beslissend zou zijn voor hun Vlaamse offensief. De inname was aanvankelijk gepland voor 6 oktober. Maar met de herfst in aantocht en een grotere kans op slecht weer, werd de aanval twee dagen vervroegd, eveneens op 4 oktober. In de aanloop naar de aanval begaven de mannen van RIR 212 onder dekking van mist en nevel naar hun vertrekposities. Op 4 oktober 1917 zette de Duitse artillerie zoals gepland om 5.35 uur een krachtig spervuur in. Op sommige plaatsen schoot de artillerie tekort en trof de eigen linies. Het Duitse spervuur bleef onbeantwoord en verkenners meldden grote Britse troepenbewegingen. Majoor Lincke werd ongerust en vreesde terecht dat de voortzetting van het Britse offensief naderde. Hij stelde dat het beter was een defensieve positie in te nemen en de aanval van RIR 212 af te breken. Het regiment moest zich ten oosten van Zonnebeke achter de heuvelrug terugtrekken, waar het de geallieerde aanval kon afwachten. Zodra de Britten aanvielen, kon het regiment met volle kracht de tegenaanval inzetten. Met wat geluk kon daarbij wat terrein gewonnen worden. Maar majoor Lincke kon de aanval niet meer afslaan. Hij had onvoldoende telefoonverbindingen en kon niet meer overleggen met de andere commandanten. Enkele ogenblikken voor de aanval was het onmogelijk nog koeriers te sturen. Even overwoog hij zijn troepen terug te trekken uit het aanvalscentrum naar de Flandern I-Stellung. Maar hij moest dit idee laten varen, omdat de eenheden op zijn beide vleugels dan zeker een gemakkelijke prooi zouden zijn voor de tegenstander. Zich volledig bewust van wat er stond te gebeuren, had hij geen andere keuze dan zich bij de andere twee bataljons aan te sluiten in de aanval. RIR 212, lag langs de Foreststraat, tussen Zonnebeke en Molenaarelsthoek. I./RIR212 op de rechterflank, trok rond de kasteelvijver, in het midden gaat II./RIR212 langs Retaliation Farm, ten zuiden van II./RIR212 zou een deel van III./RIR212, oprukken naar Molenaarelsthoek. Terwijl RIR 212 door de linies van de 4. Garde-Division stroomde, werd de vrees van majoor Lincke bewaarheid, en geallieerd trommelvuur trof RIR 212 in het veld. Wilhelm raakte ernstig gewond aan zijn linker onderarm door een granaatinslag. Luitenant Bansee en Linckes ordonnans, Simon Weege, verbonden de arm en konden het bloeden stelpen. Ondertussen naderden de Australiërs met rasse schreden. De jonge Weege en majoor Lincke werden gevangen genomen bij de commandopost van II./RIR212, aand de Beselarestraat, even ten oosten van Romulus Wood. Leutnant Bansee werd neergeschoten toen hij de linies van RIR 212 probeerde te bereiken. Ordonnans Weege werd als brancarddrager ingezet en gescheiden van majoor Lincke, die naar Ieper en daarna naar Poperinge gebracht werd, waar hij verpleegd werd. Hij zou de rest van de oorlog in gevangenschap doorbrengen in Engeland. Majoor Lincke was behoorlijk onder de indruk van de geallieerde oorlogsmachine en begon te twijfelen of Duitsland deze oorlog lang kon volhouden tegen dit overwicht aan manschappen en materiaal:

"Wat ik achter het Engelse front zag, deed bij mij voor het eerst ernstige twijfels rijzen of wij in staat zouden zijn de oorlog tot een goed einde te brengen tegen deze enorme hoeveelheden mannen, materiaal en organisatie."

De Duitse tegenaanval was op een ramp uitgelopen. Duizenden Duitsers werden gedood, krijgsgevangen gemaakt of gewond afgevoerd. Toch betekende 4 oktober niet de gedroomde doorbraak voor de Geallieerden; de Duitse verdediging in Vlaanderen was niet ingestort, sterker nog, de Duitse weerstand werd heviger zodra de Geallieerden de heuvelkam bereikten, het Duitse spervuur en de versterkte stellingen hadden hun tol geëist. De Australische divisies leden een verwoestende 6.500 slachtoffers.

Mijn verhaal

Van standhouden tot stilstand

Op de heuvelrug aanschouwen de Australiërs een gebied dat meer dan twee jaar verborgen bleef. Voor hen strekt zich een groen landschap uit, met in de verte rokende schoorstenen, bosjes en bomenrijen die de wind strelen en zelfs grazende koeien.

Voor het eerst sinds jaren lijkt het of de geallieerden voor een beslissende doorbraak staan. Toch blijft de legerleiding behoedzaam. De volgende aanval wordt ingepland op 9 oktober. Dat geeft de Duitsers tijd om zich te herpakken. Intussen slaat het weer om en gaat het regenen. Wat volgt zijn de uitputtende gevechten bij Passendale.

Tijdens de winter versterken de geallieerden hun greep op Zonnebeke. Er worden vlonderpaden aangelegd en in en om de dorpskern bouwt men schuilplaatsen en wordt geschut geplaatst. Tijdens het Duitse lenteoffensief in april 1918 wordt Zonnebeke door de Britten ontruimd. Op 28 september 1918 verdrijven Belgische soldaten definitief de Duitsers.

20 E00834© Australian War Memorial, E00834
De ruïnes van de kerk en kasteelgebouwen. Rechts in de achtergrond staren enkele Australiërs naar de resten van het kasteel.
Sydney Barker
Foto Barker S
Foto Barker S

Sydney Barker

Sydney Barker

Sydney Barker, een oud-student, werd in 1898 geboren in Hunslet, West Yorkshire, Engeland. Hij was de zoon van Charles en Agnes Barker. Hij nam dienst in Leeds. Hij diende in het Duke of Wellington's (West Riding Regiment), 1/5de Bataljon, onderdeel van de 147ste (2de West Riding) Brigade van de 49ste (West Riding) Divisie.

Op 19 november 1917 loste het bataljon het 1/5de West Yorkshire af als bataljon ter ondersteuning van het linker frontlijnbataljon aan het divisiefront op de Broodseinde Ridge even ten noorden van Beselare. Een compagnie was gevestigd op Tokio Ridge, B en C compagnie waren op de Westhoek Ridge en D compagnie was op Anzac Ridge. Op 20 november werd de positie van A Coy op Tokio Ridge het grootste deel van de dag zwaar beschoten. De andere Coy's werden gedurende de dag met tussenpozen beschoten.

Sydney, 19 jaar oud, sneuvelde in de strijd op 20 november 1917. Soldaat Barker werd aanvankelijk begraven waar hij sneuvelde, bij De Knoet Farm (28.D.28.b.20.30). Na de oorlog werden zijn stoffelijke resten opgegraven en herbegraven op de Perth China Wall Cemetery, perceel V, rij J, graf 6.

Sterfteplaats
"Big shells were falling accurately on the nearer roads and farms, and some of the buildings were beginning to blaze. Nearer still […] Germans were running, a few close ahead, lower down fully-equipped men in groups, making between the heavy shell-bursts for shelter in the woods, some turning now and then to shoot."
Officieel Australisch oorlogshistoricus Charles Bean omschrijft wat de Australiërs op 4 oktober 1917 zien vanop de heuvelrug.
Lees verder

Onze site maakt gebruik van cookies, lees hier meer.