Land van de dood

2 William Orpen Zonnebeke Tate Gallery © Tate Gallery, T07694
‘Zonnebeke’, William Orpen, 1918.

Het kasteeldomein van Zonnebeke kent een lange geschiedenis. Tot het uitbreken van de oorlog is het een oase van rust. Het domein is in handen van de familie Iweins dat er een luxueus ingericht kasteel betrekt. In het omringende landschapspark staan frivole bijgebouwtjes, een neerhof en ommuurde groentetuin met serre.

Op 20 oktober 1914 slaat de familie Iweins zoals de meeste inwoners van Zonnebeke op de vlucht voor het oorlogsgeweld. Enkele dagen later wordt hevig gevochten in het kasteeldomein.

Op de vuurlijn

Aan het begin van de Eerste Slag bij Ieper vallen het kasteel en het park van Zonnebeke even in Duitse handen. De Duitsers gebruiken de vele bosjes en gebouwtjes als dekking en maken de omgeving onveilig met sluipschutters.

Op 24 oktober 1914 worden de Duitsers door Britse en Franse troepen uit Zonnebeke verdreven. Het dorp blijft daarna maandenlang in geallieerde handen. Tijdens de wintermaanden bezetten de Fransen het gebied in erbarmelijke omstandigheden.

Uit deze periode zijn geen geïdentificeerde veldgraven in het kasteeldomein bekend. Het is echter ondenkbaar dat er tijdens deze periode geen dodelijke slachtoffers zijn gevallen in het kasteeldomein. Het is echter onmogelijk te achterhalen wie hier tijdens de eerste oorlogsjaren precies zijn gesneuveld.

11 MZ08989© MMP1917, MZ 08989
Duitsers vermaken zich in het kasteeldomein van Zonnebeke, juli 1915.

Gestage aftakeling

In 1915 trekken de Britse troepen zich terug uit Zonnebeke, waardoor het kasteeldomein enkele kilometers achter het front komt te liggen. Voor de afgeloste Duitse troepen is dit een ideale plek om even op adem te komen. Er worden muziekfeesten georganiseerd en er wordt gevaren met bootjes op de vijver. In het kasteel, dat wordt ingericht als casino, wagen officieren hun kans.

Ondertussen wordt ten oosten van het park de Flandern-I-Stellung aangelegd, een versterkte bunkerlinie. In het kasteeldomein worden enkele schuilplaatsen gebouwd, waaronder in de ruime kelders van de kasteelhoeve.

In 1917 wordt het onrustig. Zonnebeke wordt steeds vaker beschoten. Vanaf 31 juli 1917, het begin van de Slag bij Passendale, wordt het dorp een doelwit voor Brits kanonvuur. Het kasteeldomein verandert gestaag in een maanlandschap.

  • DSC 1223© MMP1917
    Een muuranker van de vooroorlogse kasteelhoeve.
  • 12 Park Juli17
    Het kasteeldomein in juli 1917.
Norman Cruddas
Badge van het South African Regiment.
Badge van het South African Regiment.

Norman Cruddas

Norman Cruddas

Norman Cruddas werd geboren in 1880 in Bombay, Bombay Presidency, Brits India. Hij was de zoon van John en Annie Wilson. In 1891 woonde hij in een pension in Hove, Sussex, Engeland waar hij naar de Sutton Valence School ging, en hij op het gedenkteken staat vermeld. Zijn familie woonde in Troon, Ayrshire, Schotland, waar Norman wordt herdacht op een gedenkteken in St. Ninian's Church. Voor de oorlog emigreerde Norman naar Zuid-Afrika. Hij nam deel aan de Tweede Boerenoorlog en diende als cavalerist in de 22ste (Cheshire) Compagnie van het 2de Bataljon Imperial Yeomanry. Norman nam op 19 september 1915 dienst en werd later benoemd tot tweede luitenant bij het 3e Regiment Zuid-Afrikaanse Infanterie, onderdeel van de Zuid-Afrikaanse Brigade, van de 9e (Schotse) Divisie.

Op 20 september 1917 nam de 9de (Schotse) Divisie deel aan de Slag om de heuvelrug van de Meenseweg, een fase in de Derde Slag om Ieper. Twee van haar Brigades namen eraan deel: de 27ste en de Zuid-Afrikaanse Brigade. De 27ste Brigade viel aan met de 6th King's Own Scottish Borderers en de 9th Scottish Rifles; de 12th Royal Scots waren ter ondersteuning. De leidende bataljons van de Zuid-Afrikaanse Brigade waren het 3e en 4e Zuid-Afrikaanse Regiment, met het 1e en 2e Zuid-Afrikaanse Regiment ter ondersteuning. Het doel van de Zuid-Afrikaanse Regimenten was de Rode Lijn, ongeveer langs de Hanebeek. Het 4e Zuid-Afrikaanse Regiment zou van links aanvallen, terwijl het 3e Zuid-Afrikaanse Regiment van rechts zou aanvallen.

Het 3de Zuid-Afrikaanse Regiment bereikte de loopgraven aan het front om 23.30 uur in de nacht van 19 september. Ze hielden de linie vanaf een punt ongeveer 200 meter ten oosten van Low Farm, in zuidoostelijke richting tot aan de Bourgognestraat, ten noorden van Railway Dump. "C" compagnie (onder kapitein Ellis) werd links geplaatst, "B" compagnie (onder kapitein Sprenger) in het midden en "A" compagnie (onder kapitein Vivian) werd rechts geplaatst. "D" compagnie (onder kapitein Tomlinson) was ter ondersteuning, maar een peloton was verbonden aan elk van de aanvallende compagnieën.

Om 5.40 uur rukten de aanvallende bataljons op achter een spervuur. De linkervleugel van het 3de Zuid-Afrikaanse Regiment rukte zonder zware tegenstand op. Ze veroverden Vampir, staken de Hanebeek over en veroverden Mitchells Farm om ongeveer 6.15 uur. De situatie op de rechtervleugel was moeilijker. "A" Company en een deel van "B" en "D" Company bereikten hun doelen, maar konden niet verder oprukken omdat de 12th Royal Scots werden opgehouden door tegenstand vanuit Potsdam. "A" Company kreeg de opdracht Potsdam te veroveren, maar deze aanval viel uiteen en veroorzaakte zware verliezen. Het bolwerk werd uiteindelijk veroverd met hulp van "B"-compagnie, hoewel er ook zware slachtoffers vielen. De Duitse troepen evacueerden Potsdam en liepen de Zonnebeke Railway op. De resterende troepen en machinegeweren werden veroverd. Potsdam werd overgelaten aan de 12th Royal Scots, zodat de compagnieën weer naar hun doel ten oosten van de Hanebeek konden trekken. Tegen de avond slaagde de 9de Divisie erin alle doelstellingen te consolideren. Om 17.00 uur was er een Duitse tegenaanval, maar die werd snel gestopt door de artillerie. Het 3de Zuid-Afrikaanse Regiment werd afgelost in de nacht van 21 op 22 september.

Norman Cruddas, 37 jaar oud, sneuvelde in de strijd op 20 september 1917. Hij leidde "D" Compagnie tijdens de aanval op Potsdam toen hij gedood werd. De Commonwealth War Graves Commission gelooft dat Tweede Luitenant Cruddas begraven is tussen vier andere Zuid-Afrikaanse soldaten bij Brick Kiln & Yard, Zonnebeke op 28.D.28.a.4.1. Hij werd herbegraven op La Brique Military Cemetery No.2, plot I, rij Y, graf 2.

Sterfteplaats

Slag bij het Polygoonbos

Op 26 september 1917 bereiken Britse en Australische troepen Zonnebeke. Die dag worden de Duitsers overrompeld en in chaos gestort. Velen worden gedwongen tot overgave. Toch wordt hevig weerstand geboden, vooral in de dorpsruïnes en het kasteelpark.

In Zonnebeke stabiliseert het geallieerde front op een vooropgesteld einddoel. De kerkruïne, een strategisch belangrijke plek, valt daarbij in Britse handen. Ze wordt omgevormd tot machinegeweernest. Elke Duitse poging om de kerkruïne terug te nemen, wordt in de kiem gesmoord.

De murw geslagen Duitsers slagen er niet in de greep van de geallieerden op Zonnebeke te breken. Sterk Brits machinegeweervuur, de slechte en zompige staat van het terrein en dichte rijen prikkeldraad maken tegenaanvallen onmogelijk. Groepjes aanvallende Duitsers worden aan flarden geschoten en de rest moet in granaatputten dekking zoeken.

Omstreeks 17 uur Duitse tijd is de tegenaanval feitelijk stilgevallen. De volgende dagen worden troepen afgelost. Iedere zichtbare beweging wordt onder vuur genomen, maar een grote aanval blijft voorlopig uit.

  • DSC 1228© Collectie Lee Ingelbrecht
    Granaatkop met originele beschildering, gevonden langs de Foreststraat ten oosten van het kasteeldomein.
  • Kaart 1
    26 september in Zonnebeke.

Een hoge menselijke tol

Minstens 450 Britten en Australiërs, en meer dan 550 Duitsers worden op 26 september in en om de dorpskern en het kasteeldomein gedood.

Nog meer mensen raken gewond of worden gevangengenomen. Het Füsilier-Regiment 34, een van de Duitse regimenten, lijdt 738 verliezen, waarvan bijna 500 gewonden en krijgsgevangenen. Bij haar regimentsstaf, die een bunker nabij Broodseinde bezet, is het schreien en jammeren van gewonden zo groot dat men dagenlang amper bevelen kan dicteren.

In het kasteelpark ligt het niemandsland bezaait met gewonden die om hulp schreeuwen. Een groep Duitsers met een Rode Kruis-vlag trekt nog tijdens de gevechten om de kasteelvijver om eerste hulp te verlenen.

Velen zijn geschokt door wat zich in Zonnebeke afspeelt. Sommigen, zoals een gehard Duits officier, verliezen hun stem. Anderen worden krankzinnig. Zelfs Lieutenant-Colonel Geoffry Lee Compton Smith, bevelhebber van de 10th Royal Welsh Fusiliers, wordt afgevoerd met shellshock.

13 Gesneuvelde Officieren FR34
De officieren Gerhardt, Kleindick, Bösel en Vurmeister twee dagen voor hun dood in Zonnebeke, 24 september 1917.
14 MZ13476© MMP1917, MZ 13476
Het kasteeldomein en de kerkruïne van Zonnebeke, 4 september 1917.
Joseph Lapworth
Foto2 Lapworth
Foto2 Lapworth

Joseph Lapworth

Joseph Lapworth

Joseph Frederick Lapworth, een voormalig klerk, werd geboren in mei 1894 in Brisbane, Queensland, Australië. Hij was de zoon van Sarah Lapworth. Hij diende bij de Citizen Military Forces (9th Infantry). Op 16 februari 1916 schreef hij zich in Brisbane in en op 16 augustus 1916 vertrok hij vanuit Brisbane aan boord van HMAT A42 Boorara met de 4de versterking van het 49ste Bataljon, onderdeel van de 13de Australische Brigade van de 4de Australische Divisie.

De 4de Australische Divisie nam deel aan de Slag om Polygon Wood, een fase van de Slag om Passendale. Het moest aanvallen vanaf stellingen langs de Anzac heuvelrug, net ten zuiden van Polygon Wood, en opereerde op de linkerflank van de 5de Australische Divisie, die Polygon Wood zelf moest veroveren. De aanval van de 4de Divisie werd door de 4de en 13de Australische Brigades gedragen. De 13de Australische Brigade rukte op haar beurt op met het 50ste Bataljon; het 49ste en 51ste Bataljon Australische Infanterie waren ter ondersteuning.

Op 26 september 1917 om 6.45 uur rukten de Australiërs achter een rollend spervuur op. Het spervuur was erg dicht en krachtig en de meeste Duitse weerstand was al gebroken voordat de aanvallers aankwamen. De verdedigers die ze tegenkwamen, gaven zich gewillig over. Alleen enkele Duitse sluipschutters boden lichte weerstand.

Om 7.55 uur trok het 49ste Bataljon door Albania Wood en bereikte zijn doel, even ten westen van het gehucht Molenaarelsthoek. Toen de mannen hun posities hadden ingenomen, begonnen ze loopgraven te graven en organiseerden ze de verdediging. Om 15.30 uur en om 18.00 uur werden Duitsers gezien die zich aan hun front verzamelden, maar beide pogingen om een tegenaanval te organiseren werden met artillerievuur afgeslagen. Voor beide Australische Divisies was de aanval op 26 september een succes geweest. Polygon Wood was door de 5de Australische Divisie veroverd en alle bataljons van de 4de Australische Divisie hadden hun doelen bereikt.

Het 49ste Bataljon werd in de nacht van 27 september afgelost door het 46ste Bataljon Australische Infanterie. Ondanks het succes van de aanval leed het 49ste Bataljon in totaal 129 slachtoffers. Vijfentwintig mannen werden gedood, vijf officieren en 94 andere rangen werden gewond en vijf mannen raakten vermist.

Joseph Frederick, 23 jaar oud, werd op 26 september 1917 in de strijd gedood. Volgens zijn kameraden was hij de laatste die in de granaattrechter sprong en werd hij in de rug geschoten. Ze verbonden zijn wond en legden hem op een brancard, maar die werd geraakt, waardoor Joseph Frederick opnieuw zeer ernstig gewond raakte. Volgens soldaat Moriarty (brancardier) kon hij nog net zeggen "They have got me again". Ze kregen hem terug in de granaattrechter waar hij enkele minuten later stierf. Soldaat Lapworth werd aanvankelijk begraven waar hij viel, ten westen van Remus Wood (28.D.28.d.10.10). Er werd een kruis gemaakt met een stok en een Duitse bajonet. Na de oorlog werden zijn stoffelijke resten opgegraven en herbegraven op Bedford House Cemetery, Enclosure No. 6, Plot 3, Row A, Grave 8.

Sterfteplaats

4 oktober 1917

De geallieerden zijn er van overtuigd dat de inname van de heuvelrug bij Broodseinde beslissend wordt voor hun Vlaams offensief. De inname wordt aanvankelijk ingepland op 6 oktober. Maar met het naderende herfstweer en een hoger risico op slecht weer wordt de aanval twee dagen vervroegd.

Intussen bevinden de Duitse verdedigers zich in nauwe schoentjes. Bij Zonnebeke ligt de Flandern I-Stellung in volle zicht van de tegenstander. Dat maakt het aanvoeren van troepen en materiaal uiterst moeilijk.

De Duitse legerleiding ziet zich genoodzaakt tot drastische maatregelen: een grote tegenaanval in Zonnebeke die Unternehmung Höhensturm wordt gedoopt. ‘Höhensturm’ betekent ‘een onweer op grote hoogte’.

2 William Orpen Zonnebeke Tate Gallery© Tate Gallery, T07694
‘Zonnebeke’, William Orpen, 1918.
Lees verder

Onze site maakt gebruik van cookies, lees hier meer.